Interview pf magzine Bas de Meijer met Roger Cremers
[tekst]Bas de Meijer
Onwennig staat Roger Cremers op het grote podium in Muziekgebouw aan ’t IJ. Hij maakt wat grappen, typisch Cremers. Dat hij daar ooit op het podium zou staan, had hij nooit gedacht. Eigenlijk deed Cremers alleen maar mee om het boek van World Press Photo te krijgen en een uitnodiging voor het feest. “Dan ineens word ik gebeld door Michiel Munneke [de toenmalig managing director van World Press Photo, red].”
Van provinciaal fotograafje gevoel naar first prize winner


De serie waarmee Cremers in 2009 de eerste prijs in de categorie Kunst en Entertainment wint, gaat over de toeristen die het voormalig concentratiekamp Auschwitz-Birkenau bezoeken. Cremers is voor een eigen serie over mijnwerkers veel in Polen en bezoekt zelf ook een aantal keer Auschwitz. Bij het bekijken van zijn foto’s valt hem ineens het toeristische as- pect op en hij besluit een serie te maken over het toerisme daar. “Het was eigenlijk een soort try-out. Ik dacht dat er wel een verhaal in zou zitten, maar was nog niet tevreden.” Een bevriend collega overtuigt hem om de serie te publiceren en uiteindelijk zendt Cremers het ook in voor de World Press Photo. “De selectie waarmee ik heb gewonnen kon scherper, maar ik heb het echt in tien minuten gemaakt.” Even later verandert er een hele boel.

WAARDERING

Tot dan werkt Cremers vooral in de luw te aan zijn vrije werk, ineens wordt juist dat vrije werk gewaardeerd. Het vrije werk is voor Cremers veel belangrijker dan de opdrachten. “Hoe trots ik ook ben op mijn publicaties, ik wil me toch vooral verder ontwikkelen als fotograaf.” Hij weet dat hij kan fotograferen, maar zag zich niet op het wereldniveau spelen. Toch staat daar ineens die jongen uit Bingelrade op het podium. “Je doet iets heel onzekers en opeens wordt dat erkend. Het geeft je de boost en het inzicht dat alles mogelijk is, ook met je eigen ding. Je wordt uit het ‘provinciaal fotograafje gevoel’ getrokken. Opeens merk je dat je wel goed bezig bent. Dat kun je zelf zeggen, maar het wordt nu bevestigd door een club professionele mensen.” Die erkenning heeft Cremers nodig. Zijn foto’s voor de kranten waren weliswaar al bekend, maar – zo zegt hij – krantenfoto’s zijn vooral bekend bij de kenners en niet bij het grote publiek. “Als je het Achtuur-journaal kijkt, ga je je ook niet afvragen wie de cameraman is.” Zeker in de huidige beeldcultuur heeft World Press Photo meerwaarde, vindt Cremers. “Doordat iedereen fotografeert, kijkt men veel bewuster naar beeld. Juist dan steekt World Press Photo daar bovenuit. Het zegt meer dan duizend likes op Instagram, World Press Photo is veel meer dan dat.”

“JE DOET IETS HEEL ONZEKERS EN OPEENS WORDT DAT ERKEND.
HET GEEFT JE DE BOOST EN HET INZICHT DAT ALLES MOGELIJK IS, OOK MET JE EIGEN DING. JE WORDT UIT HET ‘PROVINCIAAL FOTOGRAAFJE GEVOEL’ GETROKKEN”

RUSTIG

Direct nadat bekend werd dat Cremers een prijs heeft gewonnen, wordt het druk. Binnen een half uur is zijn mailbox vol, in een half jaar tijd geeft hij ruim dertig interviews. “Tegelijk gebeurt er iets heel geks. De eerste twee maanden heb ik slechts twee klusjes gehad. Ik werd niet gebeld en dat is misschien mijn fout, maar ik ben niet zo iemand die dan acquisitie gaat plegen ofzo.” Letterlijk heeft hij in het najaar van 2009, ver na de hausse van de World Press Photo, een op- drachtgever horen zeggen: “Roger, sorry dat we je bellen, je zult wel druk zijn.” De prijs levert Cremers dus niet direct meer werk op. “Maar die ene cv-regel, first prize winner, opent deuren. Je bent gerenommeerd. Ik heb opeens een Wikipedia-lemma. World Press Photo heeft me wel op de kaart gezet.” Het levert Cremers meerdere exposities op, waaronder in het Palazzo Strozzi in Italië. De enige Neder- lander die daar voor hem heeft geëxposeerd is Rineke Dijkstra. Prijzen als World Press Photo zijn volgens Cremers een stimulans voor fondswerving, wat steeds belangrijker wordt in de documentaire fotografie. “Publiceren kan haast niet meer, het levert bovendien niets op. Op een redactie zegt dan zo’n vrouw met een bakfiets dat ze een mooi podium bieden. Maar het is werk, geen podium. Fotografie is een baan.”

LANGE TERMIJN

De World Press Photo werpt ook na jaren zijn vruchten af. “Als ik nu acquisitie pleeg, vindt men het nog steeds cool dat een World Press Photo winnaar belt.” Toch speelt dat vooral in het buitenland. Nederlanders zijn te nuchter denkt Cremers. “Vergelijk het met het Gouden Kalf. Daar liggen de winnaars er ook vaak uit, die krijgen ook ineens minder werk. Met de genomineerden wil men groeien.” Als hij na de bekendmaking in China is voor zijn project over mijnbouw en in een café bij buitenlandse collega’s wordt geïntroduceerd als winnaar merkt hij dat zo’n prijs veel meer betekent. “Ik sta daar met een biertje in de hand en ze vallen bijna op de knieën voor me”, zegt Cremers lachend. Ondanks dat hij aanvankelijk minder werk kreeg, zou Cremers de prijs weer willen winnen. “Het is een enorme schouderklop. En het maakt mijn moeder trots, vergeet dat niet.”

Pf 1-2015