Door de rustige documentaire manier waarop Roger Cremers zijn onderwerp in beeld brengt, komen zijn foto’s heel serieus over. Wie iets beter kijkt, vindt subtiele humor en ironie. “Iemand die wil kijken krijgt het van mij cadeau, maar je moet er een heel klein beetje je best voor doen.”
Als jongetje woonde Roger naast vliegveld Beek en wilde hij graag piloot worden. Uiteindelijk studeerde hij af als vliegtuigbouwkundige, maar intussen had de fotografie hem in zijn greep. De fotografie dreef hem naar de Koninklijke Academie in Den Haag. Na zijn afstuderen ging hij als freelance fotojournalist aan de slag. “De oorsprong van mijn fotografie ligt bij het vliegtuigspotten. Ik ben begonnen met het fotograferen van vliegtuigen en vanuit daar ben ik meerdere dingen gaan vastleggen. Op mijn achttiende ben ik gestopt met het vliegtuigspotten en heb ik me meer op de mens gericht. Als kind volgde ik altijd al de actualiteit en ook nu vormen interesse en nieuwsgierigheid mijn drijfveer. Het is heel leuk om voor het NRC te werken. Ik kom nu op plekken waar een normaal mens niet komt en ontmoet veel verschillende mensen. Met mijn manier van kijken wil ik de wereld zien, deze vastleggen en dat vervolgens delen. Ik fotografeer die dingen die ik leuk vind, maar waar soms geen hond op zit te wachten. Het gaat me om het zien en vertellen, maar ik sta niet op de barricade. Dat past meer bij fotografen die echte journalistieke misstanden fotograferen. Voor mij staat luchtigheid centraal.
Lijst vol ideeën
Als Roger een idee heeft schrijft hij dit op een lijstje. “Ik haal mijn ideeën uit heel veel verschillende bronnen: iets wat ik zie of hoor, door het lezen van de krant of een boek, mensen die ik spreek, door televisie te kijken en eindeloos surfen op internet. Ook jaren zestig fotografen zoals Garry Winogrand, Robert Frank en Tony Ray Jones inspireren mij. Er zijn wel moderne fotografen die ik leuk vind, maar er zijn er maar weinig die de humor hebben die ik in mijn fotografie zoek. Elliot Erwitt is een goed voorbeeld. Ook muziek inspireert me. Net als fotografie vertelt goede muziek ook een verhaal. Eén van mijn grote inspiratoren is Lou Reed. Hij is een heel groot verhalenverteller. Eigenlijk doen we hetzelfde, maar met een ander medium.
De mijnen zitten in mijn bloed Roger is geboren in Zuid-Limburg. In een aantal projecten spelen zijn roots een belangrijke rol. “Op dit moment werk ik aan een project in Zuid-Limburg. Muziek zou hierbij heel goed de kapstok kunnen zijn omdat muziek binnen de Limburgse samenleving een grote rol speelt. Ik ben nog op zoek naar de vorm die ik hieraan wil geven. Een ander project wat is voortgekomen uit mijn Limburgse achtergrond in het mijnproject. Het is een langdurig project waarbij ik kolenmijnen over de hele wereld fotografeer. Soms is dat heel lastig, zoals in de Chinese provincie Shanxi, waar je geen bewegingsvrijheid krijgt van de politie. De serie gaat over de trots van de arbeider, het is een tribute aan de mijnwerkers. Mijn grootvaders werkten in de mijn. Toen ik naar muziek hierover luisterde werd ik nieuwsgierig. Was het allemaal wel zoals mijn opa’s me vertelden? Op die manier ben ik in Polen terecht gekomen waar ik inmiddels heel vaak ben geweest en verschillende fotoseries heb gemaakt. De mijnen zitten in mijn bloed. Op het moment dat je voor het eerst in de liftschacht naar beneden ‘valt’ doet het wel wat met je. Het is heel erg raar om in de buik van moeder aarde rond te wandelen. Ik let wel op de veiligheid. Die paar foto’s mogen mij niet m’n leven kosten.”
Blijven schaven
Voor Roger aan een project begint, doet hij eerst research. “Hoe minder er al over dit onderwerp is gemaakt, hoe leuker het is om hier iets mee te doen. Als ik weet wat en hoe ik het wil doen, bepaal ik wat de juiste tijd is om het project uit te voeren. Bij de planning houd ik er rekening mee dat ik een derde van de tijd kan fotograferen en de rest van de tijd bezig ben met regelen en wachten. Tijdens een project schaaf ik continu bij. Als je met een project start, heb je wel eens een idee in je hoofd dat niet klopt met de werkelijkheid. Omdat ik fotojournalist ben, moet ik wel vertellen wat er aan de hand is. Weliswaar op mijn manier, maar het is niet de bedoeling dat ik er mijn eigen verhaal van maak. Je moet ook beelden maken die niet in de serie passen. Wanneer je blijft fotograferen, zie je op een gegeven moment dingen ontstaan. Soms realiseer ik me iets pas als ik weer terug ben. Het Re-Enactment project is daar een goed voorbeeld van. Dit project gaat over mensen die zich in het weekend verkleden als soldaat om de oorlog na te spelen. Het gaat hierbij niet om ‘soldaatje spelen voor volwassenen’, maar om het historisch besef. Zij noemen zichzelf studiegroepen en lezen veel boeken, biografieën en dagboeken over de oorlog. Zij spelen het na om het gevoel te krijgen hoe het zou zijn. Ik had hier een heel verkeerd beeld van. Ik dacht dat mensen die voor hun hobby Duitsers willen spelen, verkapte neonazi’s waren. Ik heb hier veel van geleerd. De foto’s in Re-Enactment lijken soms geënsceneerd, maar ik ensceneer nooit iets. Het gaat erom het juiste moment te kiezen.”
De fotograaf als cartoonist
Roger is tegen manipulatie in de journalistieke fotografie maar manipulatie in fotografie op zich boeit hem wel. “Je moet je blijven ontwikkelen. In de journalistiek zou ik manipulatie wel heel erg grappig vinden, mits dat vermeld wordt en met visie gebeurd. De fotograaf wordt dan een soort cartoontekenaar. Daar zie ik een leuk niche in. Een hertje inplakken is flauw. De kracht zit in de overdrijving. Soms knutsel ik wel eens wat, maar dat komt niet naar buiten. Hierbij monteer ik de beelden heel ruw, zodat je het echt kan zien. Old school met zwarte randjes, ook al heb je vijftien beelden in één foto.”
De vrijheid van analoog
Hoewel hij erkent dat digitale fotografie technisch perfecter is, werkt Roger bij zijn vrije werk uitsluitend analoog. “Het werken met de Rolleiflex geeft me een bepaalde vrijheid. Ik vind het gewoon mooi en de imperfectie vind ik prima. Je moet fotograferen zoals jij het lekkerst vind, voor mij is dat analoog. Ik heb geen negen beelden per seconde, maar het vak bestaat uit keuzes maken. Ik wil geen gemiddelde of toevallig goede foto. Bij digitale opnames kun je het histogram raadplegen maar bij analoog weet je niet of iets goed is. Je moet gewoon doorgaan tot je er bij neervalt. Op het moment dat ik afdruk, zoek ik een leuk moment. Als ik afdruk hoor ik mezelf gniffelen. Dan heb ik het. Ik voel het ook vaak niet. Als ik niet fit ben, laat ik wel eens dingen liggen. Dan heb ik niet de moed om op iemand af te stappen. Soms sta je ook gewoon te ver weg. Ik werk met 80 mm waardoor ik op drie meter afstand moet staan voor de juiste uitsnede. In Auschwitz zag ik vijftig meter verderop een vrouw een baby in de lucht van zich af houden om te plassen. Hoe snel ik daar ook op af ging, ik was toch te laat. Mijn dierbaarste foto is een foto die ik van mijn vader heb gemaakt. Het was een paar uur voor hij stierf, zonder dat ik wist dat hij doodging. Die foto is voor mij heel waardevol maar zal nooit in Foam komen te hangen.”
Emotionele gebondenheid
Roger zet met zijn subtiele humor en ironische kijk een duidelijke handtekening onder zijn foto’s. Deze ironie zie je ook terug in het Auschwitz project waarmee hij in 2008 de eerste prijs bij de World Press Photo won in de categorie Kunst en entertainment. “Ik ben op zoek naar het ironische in de manier waarop wij bepaalde dingen doen. In de serie zitten veel parallellen met de oorlogstijd. Wanneer je die parallellen ziet, kom je vanzelf in een ironische sfeer. Toeristen die rustig zitten te wachten voor de ovens of de Joodse man die op zijn horloge kijkt. Bepaalde beeldredacteuren halen mijn foto’s er zo uit, maar het is veel lastiger om die eigen stijl in je eigen werk te herkennen. Hoewel ik dit wel zie van andere fotografen. Een visie ontstaat door veel te kijken. Je ontwikkeling als mens en je gevoel spelen een rol wanneer je een foto maakt. Doordat je je als mens ontwikkeld verandert ook je kijk op je eigen fotografie. Bij het selecteren van mijn foto’s roep ik vaak de hulp van anderen in. Zelf ben je emotioneel gebonden aan je foto’s. Een foto moet bij mij heel lang liggen tot ik hem mooi vind. Door de ogen van een ander kun je afstand nemen. Ik vind de foto vaak goed wanneer ik heel lang heb gewacht en het moment heb gepakt. Soms is een ‘toevallige’ foto veel beter. Hoewel ik niet echt geloof in toeval. Je bent ergens met het doel om iets te fotograferen. Je kunt wel een cadeautje krijgen als er iets bijzonders gebeurt. Bij de selectie van mijn foto’s kijk ik niet zo naar techniek. Ook in een onscherpe foto kan gevoel en emotie zitten. Daar gaat het om.
Kruisbestuiving
Het vrije werk is voor Roger een heel belangrijk element in zijn fotografie.“Wat dat betreft scheelt mijn beleving niet van die van een amateurfotograaf. Een amateur werkt overdag bij de bank en maakt in het weekend zijn foto’s. Ik maak overdag foto’s die ik verkoop en doe heel iets anders in mijn vrije werk. Daarin kan ik mijn eigen verhaal vertellen. Mijn vrije werk zie ik ook gewoon als hobby. Er vindt wel een soort kruisbestuiving plaats tussen mijn professionele fotografie en mijn vrije werk. Net als alle fotografen heb ik soms ook opdrachtgevers waarbij ik gewoon moet werken voor het geld. Doordat je met je vrije werk kan doen wat je wilt, houd je je geest open. Zo houd ik de passie in mijn fotografie. Om me verder te blijven ontwikkelen wil ik binnenkort een tijdje ‘stage’ lopen bij een modefotograaf. Deze elementen kan ik ook weer in mijn portretten gebruiken. Verder wil ik graag het mijnbouwproject afronden en dat op een mooie manier exposeren. Mijn grootste wens voor de toekomst is dat ik de vrijheid kan houden om de dingen te blijven doen die ik doe. Het zou leuk zijn om iets meer financiële vrijheid te hebben, maar zolang ik mijn eigen ideeën kan uitvoeren ben ik heel blij.”
Website: rogercremers.com
Published
FOTOgrafie
Author
Diana Bokje
Date
7 July 2010